Om replica’s te maken, heb je mallen nodig. Deze mallen zijn van siliconenrubber, een sterk en flexibel materiaal waaraan nauwelijks iets anders hecht. Om een rubberen mal stevigheid te geven, komt er een steunkap van kunsthars omheen. De mal wordt gemaakt op een origineel voorwerp of een beeld van bijvoorbeeld klei. Bij een driedimensionaal voorwerp bestaat zo’n mal uit minimaal twee rubberdelen en twee steunkappen. Het originele voorwerp wordt langs de denkbeeldige scheidslijn van die twee delen ingebed in modeline, een synthetische klei.
De maldelen worden voorgestreken met kunsthars die met vulmiddelen en pigmenten op de goede dikte en kleur is gebracht. Vervolgens worden de maldelen in elkaar geschroefd en wordt de mal volgegoten met dunne hars. Wanneer deze hars is uitgehard, wordt de mal gelost en kan het afgietsel uit de maldelen worden genomen. De gietnaden worden met fijne slijpsteentjes bijgewerkt. Nu is het afgietsel klaar om beschilderd te worden.
De natuurgetrouwe beschildering maakt van een afgietsel een perfecte replica. Alleen de eerste dunne grondlaag kan worden gespoten. Voor het overige is het puur ambachtelijk handwerk, waarvoor precisie en geduld een vereiste is.